Het was een kille oktoberavond. Ik had een afspraak met mijn uitgever om mijn laatste nieuwe schetsen te bespreken. Om er te geraken moest ik de trein nemen want geen enkele openbare weg liep tot aan mijn bestemming. Vreemd ... dacht ik, maar liet me er niet door van mijn stuk brengen.
Eens aangekomen aan het stationnetje, of moet ik het eerder een perron noemen, merkte ik dat niets leek op de aanwijzingen die de uitgeverij op mail had gezet om tot bij hun te geraken. Typisch mij, ik was weer verdwaald geraakt en ging mijn afspraak missen met mijn uitgever. Om toch nog het beste te maken van mijn lange reis besloot ik om de plaatselijke kroeg eens binnen te gaan. Er hing een akelig, verlaten sfeertje. Maar ik had wel zin in een lekker drankje en dus zette ik me meteen op een krukje aan de bar en gaf mijn bestelling door aan de barman. Naast me zat een dorpeling die het nodig vond om me aan te spreken. Hij leek nieuwsgierig en ik kreeg haast een kruisverhoor: 'wie ben ik'; 'van waar kom ik'; ... Mijn introverte ik dacht: 'Lap, ik wil even iets op mijn gemak drinken in een verlaten kroeg en toch klampt er me weer iemand aan'.
Na het kruisverhoor begon de dorpeling een verhaal te vertellen. Een dorpsmythe die elke bewoner kent, maar waar ze liever niet te veel over spreken.
Zo zou er ooit een heftige concurrentiestrijd geweest zijn tussen twee boeren aan elke kant van het dorp. Ze verkochten eieren maar de kippen van de boer die woonde in het zuiden van het dorp wilden plots maar geen eieren meer leggen terwijl de andere boer bijna zwom in de eieren. De boer die ten zuiden van het dorp woonde was de wanhoop nabij toen hij besloot om een brouwsel te gaan ontwikkelen dat zijn kippen terug volop eieren zou doen leggen. Na vele geslaagde testen was hij er zeker van dat hij iets had ontwikkeld dat hem rijk zou gaan maken en dat zijn kippen echte 'kampioen-ei-leggers' zouden gaan worden. Die nacht injecteerde hij één van zijn kippen met het magische brouwsel.
De volgende ochtend geloofde de boer niet wat hij zag … daar lag zijn kip, dood op de grond. Er hadden al ratten gesmuld van zijn karkas. Het enige wat hij nu nog kon doen was de concurrentiestrijd voorgoed staken en zijn kip begraven. Hij was zo teleurgesteld en moe dat hij die dag extra vroeg in zijn bed kroop. Het had toch allemaal geen zin meer.
Maar dan later die nacht werd hij plots gewekt door geschreeuw dat deels op een kip leek, maar het had een enge ondertoon, als een baby die aan het schreeuwen was. De boer keek op zijn klok. Het was drie uur 's nachts. Hij vloog zijn bed uit en ging meteen naar buiten in zijn pyjama om te gaan kijken van waar dat geschreeuw kwam. Niet te geloven ... Daar stond plots zijn kip, uit de doden herrezen, maar met een heel vreemde kleur en een blik van een bezeten monster. Overal hing er bloed van de andere kippen die dit schepsel al had opgepeuzeld.
Volgens de dorpeling die het hele verhaal deed, heeft ook de boer het met zijn leven moeten bekopen en loopt de bezeten kip nog steeds ergens rond. Ik kreeg koude rillingen van dit verhaal en besloot om me maar snel uit de voeten te maken en terug naar huis te keren om veilig terug achter mijn tekentafel te kunnen zitten.
Fijne Halloween iedereen!
Kommentare